Een schenking van roerende goederen (meestal een som geld) kan een manier zijn om een zijn naasten een duwtje in de rug te geven. (zie ons eerder nieuwsbericht: Hoe estate planning en lockdown met elkaar verzoenen ?)
Fiscaal gezien is voor deze schenking geen registratie vereist, noch de tussenkomst van een notaris. Ze is dus niet onderworpen aan schenkingsrechten, noch aan successierechten indien de schenker niet overlijdt binnen de drie jaar na de schenking.
In tegengesteld geval wordt de waarde van de geschonken goederen bij het overlijden van de schenker fictief in de nalatenschap opgenomen om het bedrag van de door zijn erfgenamen verschuldigde successierechten te bepalen.
In België zijn successierechten veel hoger dan schenkingsrechten. Aangezien het successierecht progressief is, werden de erfgenamen gedwongen een aanzienlijke belasting te betalen op een goed waarvan zij het genot (zelf nog) niet hadden, tenzij de begiftigde zelf wettelijk erfgenaam van de nalatenschap zou worden.
Ingevolge een beslissing van het Grondwettelijk Hof hebben het Waals Gewest en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de eerder door het Vlaams Gewest ingezette hervorming gevolgd. Hun successiewetgeving werd aangepast om dit negatieve effect van de solidariteit voor de wettelijke erfgenamen op te heffen. De begiftigden zullen dus voortaan zelf de successierechten moeten betalen over de waarde van het onroerend goed dat zij hebben gekregen van een schenker die na 1 maart 2021 is overleden.
Wanneer u wenst te schenken kan u hiermee best rekening houden. Al naargelang de omvang van uw vermogen kan het voor de begiftigde voordeliger zijn om eerder schenkingsrechten te betalen dan later hogere successierechten.
Share us!